Port is Portugal’s beroemdste versterkte wijn, ontstaan door Britse invloed en gemaakt door alcohol toe te voegen tijdens de vergisting. Bij wijn.com vind je Ruby, Tawny, Vintage en meer – in rood, wit en rosé.
Port wordt gemaakt van druiven geoogst in de Dourovallei. Dit gebied begint op een kilometer of zestig landinwaarts vanaf Porto en strekt zich langs de gelijknamige rivier de Douro uit tot aan de grens met Spanje. De streek is onderverdeeld in drie subzones: Baixa Corgo, Cima Corgo en Douro Superior. Cima Corgo, rondom Pinhão, is het hart van het voor Port aangeduide gebied en geldt als de meest prestigieuze. De meeste belangrijke porthuizen bezitten hier wijngaarden en de meeste Port van serieuzere kwaliteit wordt hier gemaakt. Van oudsher werd de Port na het wijnmaakproces via de Douro-rivier naar Villa Nova de Gaia gebracht om te rijpen, om vervolgens vanuit Porto te worden verscheept. Vandaag de dag rijpen veel producenten hun Port ook in de Douro. Overigens spreekt Port zozeer tot de verbeelding, dat er wereldwijn look-a-likes gemaakt worden, bijvoorbeeld in Zuid-Afrika, Australië en Californië. In Europa mag Port echter alleen Port heten als de druiven uit het specifiek aangeduide gebied in de Portugese Douro komen.
Om Port te maken, wordt er eerst een ‘gewone’ rode (of witte) wijn gemaakt. De druiven staan meestal door elkaar aangeplant in de wijngaarden (field blend). Enkele belangrijke druivenrassen voor rode Port zijn touriga nacional, touriga franca, tinta barocca, tinto roriz (= tempranillo) en tinto cão. Voor wit zijn dat onder meer gouveio, malvasia fina en viosinho. Vanwege de steile terraswijngaarden waarin de druiven aangeplant staan, moeten ze met de hand worden geplukt. Traditioneel vindt het wijnmaakproces plaats in grote betonnen kuipen, lagares genaamd. Van oudsher werden de druiven hierin door mensen met de voet gestampt. Vandaag de dag gebeurt dit nog in sommige huizen, maar in de meeste gevallen is het werk nu overgenomen door automatische lagares, die het treden van de druiven nabootsen. Het stampen zorgt ervoor dat de druiven gekneusd worden en de vergisting op gang kan komen. Ook zorgt het voor een zachte onttrekking van kleur en tannine uit de druivenschillen. Wanneer de vergisting eenmaal op gang is, wordt er wijnalcohol toegevoegd aan de vergistende wijn. Dit zorgt ervoor dat de vergisting stopt en dus niet alle druivensuikers worden omgezet in alcohol. Hierdoor blijft er een zoete wijn met een hoger alcoholpercentage (zo rond de 20%) over. Tot slot volgt het rijpingsproces. Hoe dat er precies uitziet, verschilt per soort Port.
Allereerst wordt Port in maar liefst drie kleuren gemaakt: de meeste Port is rood, maar er wordt ook prachtige witte Port en zelfs rosé-Port gemaakt. Rode Port is er vervolgens in soorten en maten. Grofweg kun je rode Port opdelen in rubystijl en tawnystijl. Rubyport rijpt meestal met weinig invloed van zuurstof, heeft een intense robijnrode kleur en is het meest fruitig en pittig. Tawnyport is gerijpt in houten vaten en komt hierdoor enigszins met zuurstof in contact. Dit geeft zachtere Port met een lichtere kleur (tawny) en tonen van rozijnen, noten en karamel. De verschillende stijlen hebben dus ook een verschil in smaken. Onderstaand vind je een kort overzichtje van de belangrijkste portsoorten en lees je hoe ieder type smaakt.